Walk your talk

Nou wil ik niet als een zielige ouwe kerel overkomen, maar de laatste tijd bereiken bepaalde verhalen over mezelf mij steeds vaker. Ik moet erbij zeggen dat positieve verhalen, zeker wereldwijd, nog steeds overheersen. Maar binnen de nationale landsgrens schijnen in ieder geval vechters van mij te vinden dat ik maar een puntenpikker was. “Laat maar lullen, het is vast jaloezie”, zullen veel mensen denken en zeggen.

 

Aan de ene kant denk ik dat ook wel. Aan de andere kant vind ik het vervelend, en kan ik er slecht tegen. Terug in de geschiedenis won ik mijn eerste vier wedstrijden allemaal voortijdig. Na vier wedstrijden meteen naar de B-klasse waar de tegenstanders beter waren en de wedstrijden langer koos ik voor zekerheid. Liever mijn wedstrijden “save” winnen dan teveel gas geven en in de vierde ronde uitgeblust zijn. In de A-klasse kwam het k.o. gevoel weer terug en won ik heel veel wedstrijden voortijdig. Toen ik bij de eerste K-1 GP uiteindelijk in de finale van Branco verloor doordat ik teveel met mijn blessures bezig was besloot ik anders te gaan vechten. Op save, met goede technieken dus zo aantrekkelijk mogelijk en loeren op een mogelijkheid om een k.o. te forceren. Als dit niet zou lukken dan maar op punten winnen. Uiteindelijk heeft die strategie me heel veel overwinningen en titels opgeleverd. En soms was daar dan ook een saaie zakelijke wedstrijd tussen. Een wedstrijd waar ik het niet aandurfde om teveel risico te lopen en die ik dan op punten won. Ik vond het een goede tactiek. Maar ondertussen zijn er een aantal vechters die dus vinden dat ik alleen maar op punten probeerde te winnen. Ik heb het ook wel eens rechtstreeks gehoord. Ik ben in mijn carrière 4 keer k.o. gegaan. 4 keer teveel, al is het natuurlijk niet veel vergeleken met de  68 k.o.’s  die ik in 98 gewonnen wedstijden heb gemaakt. Het stomme is dat wanneer je iemand knockout slaat je daar zo intens van kan genieten terwijl als het jou gebeurt je jezelf op dat moment de zieligste mens op aarde vind. Zo zag ik het in ieder geval.

 

Er zijn vechters die altijd voor de kill gaan. Dan gebeurt het wel eens dat je zelf onderuit gaat. Het publiek heeft, terecht, vaak respect voor dit soort vechters. Vechters die er alles aan doen om een k.o. te forceren en de risico’s voor lief nemen. Ik kan daar ook van genieten. Het is leuk om naar te kijken en uiteindelijk zijn het niet mijn hersencellen die eruit worden geramd. Want toegegeven, ik ben een beetje vergeetachtig, en of dat helemaal alleen door mijn sport komt durf ik niet te zeggen,  zelf denk ik het niet. Mijn hoofd heeft  in 32 jaar kickboksen voldoende te verduren gehad. Maar ik ben wel blij dat ik in al die jaren in staat ben gebleven om normaal te blijven praten en me te concentreren en dan vind ik dat ik het goed heb gedaan. De studies die ik in de loop van de jaren heb gedaan zullen niet negatief hebben uitgepakt. Als ik er nu verder over nadenk moet ik de haters maar laten praten, het is altijd makkelijker om over iemand te praten en veel kan ik er niet aan doen.